Beschrijving
Een toenemend aantal christenen heeft in de afgelopen decennia kennis gemaakt met de Dienst van Genezing en Bevrijding. Soms horen ze mooie getuigenissen over Gods ingrijpen in iemands leven. Andere verhalen of ervaringen laten hen vooral met vragen of teleurstelling achter. Dit boek neemt je mee in een zoektocht achter deze ervaringen en vragen.
Wat betekent het dat het Koninkrijk van God al onder ons aanwezig is en tegelijkertijd nog op zich laat achten?
Op welke manier heeft de context invloed op onze manier van bidden om genezing en bevrijding?
Wanneer kies je voor een gebed, wanneer voor een dienstbevel of proclamatie? Waarom geeft God eerder bevrijding dan genezing? Is er een kwalitatief verschil tussen Jezus’ bediening, die van de apostelen en de onze?
Is de belofte van genezing en bevrijding inbegrepen in de verzoening? Op welke manier gaat God zijn weg met ons in het lijden, ook als genezing of bevrijding uitblijft?
Kan ziekte in het plan van God passen? Wat betekent het in dit alles dat God een soeverein God is en dat Hij zich misschien zelfs kan verbergen, minstens in onze ervaring?
De auteur schuwt deze complexe vragen niet en wil ondertussen niets afdoen aan de opdracht van de Kerk:
de Dienst van Genezing en Bevrijding serieus nemen en een plaats geven in de pastorale praktijk.
€ 29,95
Recensies
Boekrecensies, ressorterend onder Protestantse kerk, op Linkedin, ds. E. van der Veen
juli 2019
De auteur pretendeert geen sluitende antwoorden maar bespreekt veel - bijbelse - gegevens die evenwichtig worden uitgelegd en de lezer echt verder helpen. Waardevol is zijn opmerking: 'In de dienst van genezing en bevrijding bestaat het risico dat we meer met 'genezing' en 'bevrijding' bezig zijn dan met de Heer zelf', pag. 24.
Het gebed om genezing ziet de auteur als een opdracht voor de kerk. Hij heeft wel oog voor de soms weerbarstige praktijk van menselijk leed die in het Nieuwe Testament al aanwezig is. De komst van het Koninkrijk is nog slechts ten dele, vandaar de ondertitel van het boek. Genezing is niet maakbaar.
Waardevol is het citaat van Augustinus: 'Wonderen gaan niet in tegen de natuur, zij zijn enkel tegengesteld aan de 'natuur' zoals wij die kennen'. Benadrukt wordt dat de beleving van wonderen cultureel bepaald is en dat werkt ontspannend. De kern van zijn betoog ligt misschien in deze woorden: 'Het komt mij voor dat er in het bidden om innerlijke genezing meer verhoringen zijn dan in het bidden om lichamelijke genezing', pag. 265.
Hij staat uitgebreid stil bij het gebed, mogelijke blokkades en valkuilen.
Een prima handboek.
Reformatorisch Dagblad
24-08-2019
Een kloek, diepgaand boek waar je niet omheen kunt bij de bezinning op genezings- en bevrijdingspastoraat. De lezer komt een heel andere wereld binnen als de theoloog en counselor Jan Minderhoud ons meeneemt in zijn theologische verantwoording over het pastoraat voor bevrijding en genezing. Na de wat meer populaire boeken van prof. dr. Mart-Jan Paul en de dissertatie van Harmen U. de Vries lijkt me dit boek een nieuw markeringspunt in de discussie over het goed recht, de noodzaak van of de plicht tot bevrijdingspastoraat en/of genezingspastoraat.
In een woord vooraf wijst Minderhoud erop dat hij niet graag zou zien dat dit boek bijdraagt aan het risico dat we meer met genezing en bevrijding bezig zijn „dan met de Heer Zelf”, met een verwijzing naar Johannes 20:31. Het gaat niet om de tekenen, maar om het geloof in Jezus Christus. De schrijver zoekt een weg tussen een zogenoemde streeptheologie –de gedachte dat de bijzondere gaven van de Geest zijn opgehouden met de apostolische tijd– en een claimtheologie waarbij genezing of bevrijding bijna opgeëist worden. Dan wordt er meer bevolen dan gebeden – vaak het gevolg van een overspannen eschatologie.
Wat biedt het boek? De lezer wordt meegenomen door Oude en Nieuwe Testament. Opvallende zaken passeren de revue. Zo is er aan afzonderlijk hoofdstuk over Jesaja 53 en de doorwerking ervan en wordt de vinger gelegd bij een aantal opvallende passages. Als voorbeeld hiervan noem ik de grondige, voorzichtige luisterhouding bij de uitleg van „de grotere werken” uit Johannes 14:12-13 en het bekende gedeelte rond de ziekenzalving uit Jakobus 5.
Verder wordt aandacht besteed aan de vraag of genezing altijd naar Gods wil is. In tegenstelling tot het hierboven genoemde boek klinkt hier een genuanceerd antwoord. Ook het verschil tussen bidden, bevelen en proclameren en de vraag wat in onze tijd de aangewezen weg is, wordt eerlijk onder ogen gezien. Heel leerzaam zijn de hoofdstukken over „de soevereiniteit van God en onze gebeden” en „de verborgenheid van God.”
Valkuilen
Het boek eindigt met enkele samenvattende hoofdstukken. In het een na laatste komen de diverse valkuilen aan bod in de dienst van genezing en bevrijding: meer met genezing bezig zijn dan met de Geneesheer; te klein over God denken en te weinig van Hem verwachten; uit teleurstelling stoppen met bidden en je hoop begraven; het miskennen van het gegeven dat de Heilige Geest allereerst in het gewone leven werkt; de dienst van genezing en bevrijding isoleren van het grotere verhaal van Jezus en Gods Koninkrijk; het specifieke karakter van Gods ingrijpen miskennen; een beperkte visie op lijden hanteren; een on-Bijbelse visie op het Koninkrijk van God aanhangen; het risico lopen dat we onze benadering en theologie verabsoluteren. En dan nog een aantal blinde vlekken in de praktijk van wie actief zijn in de dienst van genezing en bevrijding.
Het laatste hoofdstuk wijst „de smalle weg van genezing en bevrijding”: het stimuleren van een klimaat van geloof, ernst maken met onze wandel met Christus, de praktijk van gebed en vasten serieus nemen om ruimte te creëren voor de gaven van de Geest, met twee woorden leren spreken: we geloven in een God Die reageert op onze gebeden en onze geloofsverwachting én tegelijk in een God Die soeverein is in Zijn beslissen en handelen. Verder voert de schrijver een voortdurend pleidooi om te onderscheiden tussen genezing en bevrijding.
Een opdracht of een optie? Minderhoud kiest voor het eerste en probeert daarbij duidelijk de continuïteit en de discontinuïteit met de dienst van Jezus, de apostelen en de christelijke gemeente te laten zien. Zelfs voor wie deze keuze niet mee kan maken, is er veel te leren uit dit boek. Veel meer dan uit bovenstaande blijkt. Voor wie werkzaam is in het pastoraat of de geestelijke (gezondheids)zorg, doet er goed aan grondig kennis te nemen van deze studie.
Therapie
Deze studie roept om een blijvende en nadere bezinning op het onderscheid en de mogelijke samenhang tussen het bieden van geestelijke gezondheidszorg (ggz) in de vorm van therapieën en medicijnen die gericht zijn op herstel (in de brede zin van het woord) én bijvoorbeeld het gebedspastoraat van genezing en bevrijding als dienst van de kerk.
Terecht wordt een pleidooi gevoerd voor professionele hulp bij bijvoorbeeld trauma’s. Toch blijkt volgens Minderhoud het huidige bevrijdingspastoraat sterk procesmatig te zijn: het is een pastoraal proces, vragenlijsten zijn daarvan een onderdeel en er wordt gerekend met inzichten uit de psychologie en de psychiatrie. Er is geen sprake van dualisme, maar kan een christen dan eigenlijk wel te rade gaan bij een seculiere ggz-organisatie? En omgekeerd: dient een christelijke ggz het pastoraat te integreren in een behandelplan, en zo ja, waar ligt dan het eigen terrein van de specialist en van de pastor? In ieder geval biedt deze studie stof tot nadenken te over, ook waar het ongemakkelijk voelt.
Evangelisch College Magazine
december 2019
Een boek vol herkenning! Zo was mijn eerste reactie bij het lezen van deze stevige pil. Minderhoud combineert zijn jarenlange praktische ervaring met gedegen theologische studie. Daardoor is het een zeer waardevolle aanvulling geworden op de boeken die er al zijn over dit thema. Met allereerst een helder overzicht van wat de Bijbel en de kerkgeschiedenis ons leert over bevrijding en genezing, komt er vervolgens een gedeelte met ‘worstelingen’. Het dilemma waar de titel naar verwijst het ‘yet’, ‘not yet’ probleem, daarnaast de zoektocht naar het ‘grotere tekenen doen dan Jezus’. In dit middenstuk komen heel veel vragen aan bod, waar iedereen tegenaan loopt die enige tijd actief is bij het bidden voor de genoemde doelgroep. Daarna wordt het boek wat meer toegespitst op de praktijk: wat is het verschil tussen een genezings- en een bevrijdingsgebed, bijvoorbeeld. Het sluit uiteindelijk af met tien valkuilen voor de praktijk. Op een heldere manier wordt in dit boek benoemd wat de overeenkomsten én de verschillen zijn in de praktijk van genezing en bevrijding. Het boek is breed kerkelijk van opzet en daarmee geschikt voor een ruim publiek. Al denk ik dat het meest gewaardeerd wordt door de mensen die al enige meters gelopen hebben in dit specifieke pastoraat. Voor mensen die onbekend met de materie zijn, zal het boek ingewikkeld zijn. Ik heb in ieder geval van dit boek genoten en beveel het onze studenten van harte aan.
Hermineke Vonk