Beschrijving
Waarom zou je nog geloven? Het atheïsme is tegenwoordig het dominante perspectief van waaruit we betekenis geven aan ons leven. Althans, zo lijkt het. In dit boek spreken twee oud-studiegenoten – de een filosoof en predikant, de ander journalist en twijfelend ex-afvallige – over de waarde en relevantie die het christelijk geloof kan hebben in onze geseculariseerde tijden. Enkele onderwerpen die aan de orde komen: de filosofische tekortkomingen van atheïsme én theïsme, het herijken van het begrip waarheid in tijden van ‘post-truth’ en ‘alternative facts’, spreken ván God (en niet óver God) en het verschil tussen verwoording en beschrijving, de eenzaamheid van het autonome subject in de meritocratische samenleving, doping in de sport, de troost van de zonde, het vastlopen van het moderne denken, ruziënde kerkvaders en reformatoren, de vleeswording van God, almacht als afzien van macht, en de kracht van kwetsbaarheid en leven uit liefde. Van God spreken levert prikkelend denkvoer voor atheïsten en kerkgangers, twijfelaars en zeker-weters, wetenschappers en journalisten, theologen en filosofen, en iedereen die bereid is te reflecteren op zijn of haar denkkaders. Wouter Slob (1965) is predikant van de Laarkerk in Zuidlaren. Hij nam met dit boek afscheid als bijzonder hoogleraar Protestantse Kerk, Theologie en Cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen. Job van Schaik (1965) is cultuurredacteur bij Dagblad van het Noorden. Hij noemt zichzelf in dit boek (aarzelend) weer christen, nadat hij op zijn zeventiende zijn geloof verloor. Prof. Wouter Slob nam vrijdag 15 november 2019 afscheid als bijzonder hoogleraar protestantse kerk en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn afscheidssymposium was gewijd aan het boek Van God spreken. Hieronder vindt u de teksten van de lezingen: Wouter Slob (predikant en auteur) Ger Groot (cultuurfilosoof) Jaap Vlasblom (predikant) Jeroen de Ridder (bijzonder hoogleraar christelijke filosofie) (nog niet beschikbaar)
€ 16,95
Recensies
NRC
december 2019
Het werd hoog tijd dat iemand het eens opnam voor de Heidelbergse Catechismus (1563). Voor het protestantse belijdenisgeschrift dus met die beruchte stelling over ons mensen die ‘ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad’(Zondag 3) en zelfs van nature geneigd om ‘God en mijn naaste te haten’ (Zondag 2).
….
Hoe kan zulke zwartgalligheid dan doorgaan voor een ‘troostboek’? Dat kan heel goed, betoogt Wouter Slob, predikant en emeritus-hoogleraar theologie in Groningen, in Van God spreken, de weerslag van gesprekken tussen hem en journalist Job van Schaik. Want na die aftrap in misantropie volgen veel langere delen over de genade Gods. De zwartgalligheid is zo bezien eerder een oefening in reculer pour mieux sauter. Dat is volgens Slob een welkome boodschap in een meritocratische samenleving, waarin iedereen permanent onder druk staat om te presteren en zichzelf te vervolmaken.
……
Daarmee is Slob (1965) nog geen ouderwetse calvinist – integendeel. Hij hoort bij een lichting theologen die allang afscheid hebben genomen van de dogmatiek maar die religie niettemin met overtuiging verdedigen. Oók tegen al te vrijzinnige geesten die er louter een nuttige fictie of ongeneeslijke’ behoefte in zien.
….
Net als andere post-dogmatische theologen, beroept Slob zich daarbij graag op filosofische inzichten over het contextuele karakter van waarheid en betekenis. Met name in de continentale filosofie is volgens hem de pretentie om een objectieve, van de mens ‘onafhankelijke’ waarheid weer te geven, aan diggelen gegaan. Vandaar de titel van zijn boek: Slob wil niet spreken ‘over God’, dus als een soort object, maar ‘van’ God (inclusief de ambivalentie dat dit spreken dus ook ‘goddelijk ’ kan zijn).
…
Slob maakt veel werk van de tweedeling in subject en object die volgens hem de moderne filosofie kenmerkt en die nu achterhaald zou zijn. Maar je kunt heel goed objectiviteit verdedigen zonder het ‘onmenselijk’ te maken. Toch beseft Slob ook wel dat je niet al te postmodern moet worden over waarheid. Want, waarschuwt hij terecht, dan blijf je nergens met kritiek op Trumps alternative facts. Ondanks of juist mét zulke bedenkingen, is Van God spreken een prikkelende en toegankelijke dialoog over religie in seculiere tijden
…..
Website ds. B. Altena
december 2019
De theologie is in de hedendaagse cultuur in het defensief gedrongen door enerzijds het filosofisch atheïsme dat past bij moderne wetenschapsbeoefening en anderzijds door de stormachtige ontwikkeling van de natuurwetenschappen. Voor alles is er een rationele verklaring, zelfs voor ons geloven in een God, dat immers niet meer dan een kwestie van een neurobiologische afwijking is. Het dominante seculiere perspectief maakt theologie (en geloof en kerk) hopeloos achterhaald. Maar daar legt Wouter Slob zich niet bij neer.
….
Maar als God groter is dan ons voorstellingsvermogen, is het veel belangrijker om te letten op waar God zich aandient, waar God gebeurt, waar we zijn/haar werkelijkheid kunnen ervaren en daar geloof, in de zin van vertrouwen, aan te hangen. Dat is de post-theïstische positie die Slob inneemt.
…
Wouter Slob weet veel en hij weet ook bijna over alles mee te praten, van vluchtelingenproblematiek, kredietcrisis, neurofysiologie tot burn-out onder twintigers. Soms gaat zijn associatieve geest wel erg snel van het een naar het ander, nauwelijks bij te houden voor de interviewer, laat staan de lezer, maar het is gelukkig altijd onderhoudend en prikkelend. Wouter Slob is een dankbare gesprekspartner. Vroom en geleerd, een aanstekelijke combinatie.
NBD Biblion
februari 2020
Twee auteurs, een theoloog (Slob) en een journalist (Van Schaik), gaan in gesprek over geloof en atheïsme. De stijl van het geschrift is bijzonder: de journalist snijdt belangrijke thema's uit de christelijke traditie aan. Fundamenteel is het theologisch uitgangspunt: zijn kritiek op 'spreken over God' en de keuze om te 'spreken van God'. Het verschil tussen beschrijven en verwoorden van de relatie met God. Het eerste leidt tot wetenschappelijk beschrijven en 'theïsme', het tweede tot geloof in God, een existentiële band. In de cultuur van de moderniteit vormt dat laatste een engagement, een toekomstgerichte opgave. Belangrijke thema's uit de christelijke traditie zoals zonde, schepping, genade, de canon, incarnatie en het laatste oordeel worden geëxploreerd vanuit die basiskeuze. De beide auteurs geven een boeiende beschrijving van christelijk geloof in deze tijd. Het boek is zowel voor protestanten als rooms-katholieken een nieuwe blik op geloofsverstaan in deze tijd